WETGEVING 

Organisatie van ambulante activiteiten

Vanaf 1 april 2024 wijzigt de regelgeving over ambulante en kermisactiviteiten. 

Markten spelen een belangrijke rol in de economische dynamiek van steden en gemeenten. Naast hun economische rol hebben zij ook een ontmoetingsfunctie en brengen zij een sociale meerwaarde mee.

Het hele marktgebeuren is onderhevig aan een stijgende creativiteit, nieuwe initiatieven, wijzigende noden van de klanten, socio-economische verschuivingen en nieuwe markttendensen. Denken we maar aan de opkomst van avondmarkten, de buurderijen, foodtruckfestivals, ...

Flexibiliteit in de organisatie is meer dan ooit noodzakelijk om er voor te zorgen dat de markten sterk en aantrekkelijk blijven. Bovendien is ambulante handel een zeer plaatsgebonden aangelegenheid die maatwerk behoeft. 

Aangezien de lokale overheid de meest nabije overheid is, is het evident dat de organisatie van ambulante activiteiten zoveel als mogelijk aan de gemeente wordt toevertrouwd.

De wetswijziging van 2017 geeft de gemeenten de nodige autonomie waardoor ze snel en efficiënt een antwoord kunnen bieden op de wijzigende situaties, noden en tendensen.

 

Wat verandert de wetswijzing van 1 april 2024 ?

 

OMSCHRIJVING KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN (Art. 1, wet 25 juni 1993)
AFSCHAFFING MACHTIGING AMBULANTE EN KERMISACTIVITEITEN (Art. 3, wet 25 juni 1993) WIJZIGING MINIMUM OPZEGTERMIJN DEFINITIEVE OPZEG ABONNEMENT (Art. 8, §2, wet 25 juni 1993) CONTROLE EN STRAFBEPALINGEN (Art. 12, tweede lid, wet 25 juni 1993)

KB AMBULANTE ACTIVITEITEN

OMSCHRIJVING AFGEVAARDIGDE EN CONCESSIONARIS (Art. 1, KB 24 september 2006) PARTICULIERE VERKOPEN (Art. 6, KB 24 september 2006)
OCCASIONELE NIET-COMMERCIËLE VERKOPEN (Art. 7, KB 24 september 2006) BEURZEN EN TENTOONSTELLINGEN (Art. 8, KB 24 september 2006)

MANIFESTATIES TER BEVORDERING LOKALE HANDEL EN LOKAAL GEMEENSCHAPSLEVEN (Art. 9, KB 24 september 2006)

ONTHALENDE HANDELAAR (Art. 11, KB 24 september 2006)
PROMOTIONELE VERKOPEN (Art. 12, §1, KB 24 september 2006)
DE VOORWAARDEN VAN DE MACHTIGING AMBULANTE ACTIVITEITEN (Art. 13, KB 24 september 2006) HET TOEWIJZEN VAN STANDPLAATSEN OP OPENBARE MARKTEN (Art. 25, KB 24 september 2006)
HET INNEMEN VAN STANDPLAATSEN OP OPENBARE MARKTEN (Art. 26, KB 24 september 2006)
DE OVERDRACHT VAN STANDPLAATSTEN OP DE OPENBARE MARKT (Art. 35, KB 24 september 2006)

 

WET AMBULANTE  ACTIVITEITEN

 

OMSCHRIJVING KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN

VOOR WETSWIJZIGING

Art. 1, wet 25 juni 1993

Art. 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

“...

wordt een punt 3°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: “3°/1 Kruispuntbank van Ondernemingen: de Kruispuntbank van Ondernemingen, vermeld in artikel I.2, 1°, van het Wetboek van economisch
recht;”

NA WETSWIJZIGING

Art. 1, wet 25 juni 1993

Art. 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

1° produkten : lichamelijke roerende zaken;

2° consument : iedere natuurlijke of rechtspersoon die uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte produkten of diensten verwerft of gebruikt;

3° diensten : alle prestaties die een daad van koophandel uitmaken of een ambachtsactiviteit bedoeld in de wet van 18 maart 1965 op het ambachtsregister;

4° markt : manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente, om op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, personen samen te brengen die er producten of diensten zoals bedoeld in artikel 2, § 1, verkopen.

De markt die georganiseerd wordt door de gemeente, hetzij door deze autoriteit zelf beheerd hetzij door deze in concessie gegeven, wordt : " openbare markt " genoemd;

Een markt ingericht door een privé initiatief, voorafgaand toegelaten door de gemeente, wordt : " private markt " genoemd;

5° kermis : manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen;

6° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Middenstand behoort.

Deze wet is niet van toepassing op effecten en andere financiële instrumenten bedoeld in de wetgeving betreffende de financiële transacties en de financiële markten.

Deze wet is noch van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties en doet geen afbreuk aan de bepalingen van de wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument noch aan deze van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten

 

Toelichting: Kruispuntbank van Ondernemingen wordt toegevoegd bij verklarende termen

 

 

AFSCHAFFING MACHTIGING AMBULANTE EN KERMISACTIVITEITEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 3, wet 25 juni 1993

De uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten is onderworpen aan een voorafgaande machtiging. Deze wordt afgeleverd door een ondernemingsloket bedoeld in de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen.

De Koning bepaalt de aard van de voorafgaande machtiging in functie van de activiteit en de rechtspositie van de persoon die ze uitoefent. Hij kan, onder de voorwaarden die Hij vastlegt, bepaalde categorieën van aangestelden vrijstellen van de verplichting over de machtiging te beschikken. Nochtans mag geen enkel vrijgestelde persoon een van de activiteiten bedoeld bij deze wet uitoefenen indien hij niet vergezeld is van een persoon die titularis is van de vereiste machtiging en die de verantwoordelijkheid voor de verkoop op zich neemt.

De machtiging is geldig voor de duur van de activiteit. De Koning kan evenwel de geldigheidsduur ervan beperken, hetzij wegens de specifieke noden eigen aan het beroep, hetzij wegens de motieven van openbare orde, welke Hij vastlegt.

De Koning legt de nadere regels van toezicht op de ambulante en kermisactiviteiten vast.

De Koning bepaalt de betaling van de ondernemingsloketten voor hun tussenkomst in het beheer van de aanvragen tot machtigingen van ambulante activiteiten en machtigingen van kermisactiviteiten.

In het kader van de procedure tot aanvraag van machtiging houdt (het ondernemingsloket) de aanvrager op de hoogte omtrent de stand van het dossier, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de aanvraag.

Art. 6, §2, wet 25 juni 1993

§ 2. De Koning bepaalt de voorwaarden waaraan de houders van een machtiging moeten voldoen.

Art. 7 , wet 25 juni 1993

De Koning bepaalt de vorm van de machtigingen en stelt de formaliteiten vast inzake aanvraag en aflevering alsook (de rechten) waaraan deze onderworpen zijn. Deze formaliteiten en taksen worden bepaald in functie van de aard van de activiteit, de rechtspositie van diegene die ze uitoefent en de duur van de machtiging.

NA WETSWIJZIGING

Art. 3, wet 25 juni 1993

Art. 3 wordt opgeheven.

 

Art. 6, §2, wet 25 juni 1993

In art. 6 wordt paragraaf 2 opgeheven.

 

Art. 7 , wet 25 juni 1993

Art. 7 wordt opgeheven.

Toelichting: de machtigingen ambulante en kermisactiviteiten worden afgeschaft.

 

 

 

 

 

WIJZIGING MINIMUM OPZEGTERMIJN DEFINITIEVE OPZEG ABONNEMENT

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 8, §2, wet 25 juni 1993

§ 1. De organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen wordt geregeld bij gemeentelijk reglement.

§ 2. Dit reglement bepaalt :
- de plaatsen, dagen en uren van de manifestatie,

alsook een plan van de standplaatsen, hun eventuele specialisaties en technische specificaties; in voorkomend geval verwijst het naar de beslissing van het college van burgemeester en schepenen die deze bepalingen heeft ingesteld;

- de voorwaarden bedoeld in het koninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 10, § 1;

- de termijn van de vooropzegging die moet gegeven worden aan de houder van een standplaats die wordt opgeheven. In geval van een definitieve opheffing mag de termijn niet korter zijn dan zes maanden, behalve in geval van absolute noodzakelijkheid en in andere gevallen die de Vlaamse Regering vastlegt.

Om de diversiteit van het aanbod op peil te houden, kan het reglement het aantal standplaatsen beperken per onderneming.

Art. 10 bis, wet 25 juni 1993

De organisatie van de privémarkten en ...”

NA WETSWIJZIGING

 

Art. 8, §2, wet 25 juni 1993

“...

In artikel 8, §2 wordt het derde streepje vervangen door :

-de termijn van de vooropzegging die moet gegeven worden aan de houders van een standplaats wanneer de openbare markt, openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven. Deze termijn mag niet korter zijn dan twaalf maanden. In geval van een definitieve verhuizing van de openbare markt, de openbare kermis of een deel van de standplaatsen mag de termijn niet korter zijn dan zes maanden. In geval van absolute noodzakelijkheid en in andere gevallen die de Vlaamse Regering bepaalt, is geen minimumtermijn van vooropzegging van toepassing.

...”

Art. 10 bis, wet 25 juni 1993

In artikel 10bis wordt het woord “privémarkten” vervangen door de woorden “private markten”.

Toelichting:

Voor standplaatsen met een abonnement op de openbare markt en openbare kermis wordt de minimum opzegtermijn:

- 12 maanden bij het definitief opheffen van de standplaats met verlies van het abonnement. Wanneer de gemeente de duur van de kermis inkort waardoor de foorreiziger definitief zijn abonnement verliest opde dagen waarop de kermis niet meer doorgaat, bedraagt de minimumtermijn van de opzegging

eveneens 12 maanden.
- 6 maanden bij het definitief opheffen van de standplaats met behoud van het abonnement (definitieve verhuis).
In geval van absolute noodzakelijk is de minimumtermijn niet van toepassing.
Het gemeentelijk markt- en kermisreglement moeten de minimumtermijnen opnemen.

 

 

 

CONTROLE EN STRAFBEPALINGEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 12, tweede lid, wet 25 juni 1993

Wanneer de met de controle belaste ambtenaren vaststellen dat een ambulante of kermisactiviteit uitgeoefend wordt door een persoon die niet beschikt over de vereiste machtiging of door een aangestelde, vrijgesteld van machtiging, zonder vergezeld te zijn van een titularis van deze machtiging, kunnen zij bewarend beslag leggen op de produkten en het materiaal die het voorwerp van de overtreding uitmaken of gediend hebben om de overtreding te begaan. Dit beslag moet worden bevestigd door het openbaar ministerie binnen een termijn van niet meer dan vijftien dagen, overeenkomstig de bepalingen van het eerste lid.

De personen in wiens handen beslag is gelegd op deze goederen kan als de gerechtelijk bewaarder ervan worden aangestelde. Het beslag wordt van rechtswege opgeheven door het vonnis waarbij aan de vervolgingen een einde wordt gemaakt, zodra dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, of door seponering van de zaak.

Het openbaar ministerie kan het beslag dat het bevolen of bevestigd heeft, opheffen als de overtreder ervan afziet de producten (en de diensten) te verkopen of het materiaal te gebruiken onder de voorwaarden die aanleiding hebben gegeven tot de vervolgingen; dit houdt niet in dat de overtreder de gegrondheid van de vervolgingen erkent.

Art. 13, wet 25 juni 1993

§ 1. Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en met geldboete van 26 tot 1 000 frank of met één van deze straffen alleen worden gestraft :

1° de personen die een ambulante of kermisactiviteit uitoefenen zonder te beschikken over de vereiste machtiging of die hun activiteit verder zetten nadat hun machtiging werd ingetrokken, alsook de

 

aangestelden, vrijgesteld van machtiging, die de activiteit uitoefenen zonder vergezeld te zijn van een titularis van deze machtiging

2° de personen die aangestelden in dienst hebben die niet beschikken over de vereiste machtiging of de vrijgestelden van machtiging die de activiteit uitoefenen zonder vergezeld te zijn van een titularis van deze machtiging;

3° zij die zich niet houden aan de voorwaarden en de verbodsbepalingen waaraan de uitoefening van de ambulante (of kermisactiviteiten) onderworpen is of aan de in hun machtiging vermelde voorwaarden, alsmede zij die de bepalingen van de uitvoeringsbesluiten van deze wet overtreden;

§ 2. Bij veroordeling wegens het uitoefenen van een ambulante of kermisactiviteit door een persoon die niet beschikt over de vereiste machtiging of door een aangestelde, vrijgesteld van machtiging, zonder vergezeld te zijn van een titularis van deze machtiging)kan de rechtbank de bijzondere verbeurdverklaring uitspreken van de goederen die het voorwerp van de overtreding uitmaken of die gediend hebben om de overtreding te begaan.

Art. 14, wet 25 juni 1993

De Minister kan de machtiging tot het uitoefenen van de ambulante (of kermisactiviteit) intrekken :

1° van degenen die ze door (frauduleuze handelingen) verkregen hebben;

2° van degenen die de bepalingen (...) van deze wet (of) van de uitvoeringsbesluiten overtreden om (...) een standplaats te verkrijgen;

3° van degenen die zich bij het uitoefenen van hun (ambulante of kermisactiviteit) niet houden aan de voorwaarden en de verbodsbepalingen opgelegd door deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan of die (ambulante of kermisactiviteit) uitoefenen via (aangestelde) wanneer dezen dezelfde voorschriften schenden;

4° van degenen die de wetten en verordeningen die de handelsactiviteit regelen, overtreden of die een (ambulante of kermisactiviteit) uitoefenen via (aangestelde), wanneer die dezelfde voorschriften overtreden

5° van degenen die een strafrechterlijke veroordeling in verband met of naar aanleiding van hun handelsbedrijvigheid hebben opgelopen.

Art. 15, wet 25 juni 1993

De Minister kan de machtiging tot het uitoefenen van de ambulante (of kermisactiviteit) intrekken :

1° van degenen die ze door (frauduleuze handelingen) verkregen hebben;

2° van degenen die de bepalingen (...) van deze wet (of) van de uitvoeringsbesluiten overtreden om (...) een standplaats te verkrijgen;

3° van degenen die zich bij het uitoefenen van hun (ambulante of kermisactiviteit) niet houden aan de voorwaarden en de verbodsbepalingen opgelegd door deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan of die (ambulante of kermisactiviteit) uitoefenen via (aangestelde) wanneer dezen dezelfde voorschriften schenden;

4° van degenen die de wetten en verordeningen die de handelsactiviteit regelen, overtreden of die een (ambulante of kermisactiviteit) uitoefenen via (aangestelde), wanneer die dezelfde voorschriften overtreden

5° van degenen die een strafrechterlijke veroordeling in verband met of naar aanleiding van hun handelsbedrijvigheid hebben opgelopen.

NA WETSWIJZIGING

Art. 12, tweede lid, wet 25 juni 1993

Art. 12, tweede lid, wordt opgeheven.

Art. 13, wet 25 juni 1993

in paragraaf 1 worden punt 1° en punt 2° opgeheven

in paragraaf 1, 3°, worden de woorden “of aan de in hun machtiging vermelde voorwaarden” opgeheven.

paragraaf 2, eerste lid, wordt opgeheven.

Art. 14, wet 25 juni 1993

Art. 14 wordt opgeheven

Art. 15, wet 25 juni 1993

Art. 15 wordt opgeheven.

 

 

 

 

KB AMBULANTE ACTIVITEITEN

 

OMSCHRIJVING AFGEVAARDIGDE EN CONCESSIONARIS

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 1 KB 24 september 2006

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° de wet : de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;

2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Middenstand behoort;

3° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen.

NA WETSWIJZIGING

Art. 1 KB 24 september 2006er wordt een punt 1°/1 ingevoegd dat luidt als volgt:

de afgevaardigde: de persoon aan wie de burgemeester zijn bevoegdheid inzake de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten heeft gedelegeerd met toepassing van de bestaande wettelijke regels of het personeelslid die deze taak vervult binnen zijn vast takenpakket;

er wordt een punt 2°/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:

de concessionaris: de persoon aan wie de overheid op reglementaire of contractuele basis, de uitoefening en de organisatie van een ambulante activiteit heeft toevertrouwd.”

Toelichting:
De begrippen de afgevaardigde van de Burgemeester en de concessionaris worden wettelijk omschreven.

 

 

 

PARTICULIERE VERKOPEN

Voorbeeld antwoord op de vraag. Voel je vrij om de inhoud aan te passen met de werkelijke informatie die je wilt schrijven

VOOR WETSWIJZIGING

Art. 6 KB 24 september 2006

De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van goederen die aan de verkoper toebehoren is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, in zoverre deze occasioneel blijft en betrekking heeft op goederen die de verkoper niet heeft aangekocht, gefabriceerd of geproduceerd met het oog op de verkoop en zij het normaal beheer van een privaat vermogen niet te buiten gaat. De gemeente kan in haar gemeentelijk reglement het occasionele karakter definiëren.

Wanneer ze plaats vindt tijdens een manifestatie die verschillende niet-professionele verkopers verenigt, dient deze vooraf toegestaan te worden door de burgemeester van de gemeente van de plaats waar ze doorgaat of zijn afgevaardigde. Deze kan ze voorbehouden aan niet-professionele verkopers of ze uitbreiden tot professionelen. Hij kan het thema ervan ook specialiseren.

Tijdens de manifestatie, moet elke professionele verkoper, gedurende de hele duur ervan, zijn hoedanigheid kunnen bewijzen door middel van een leesbaar identificatiebord dat op een zichtbare wijze op de standplaats is aangebracht. Dit identificatiebord draagt de aanduidingen voorzien in artikel 21, § 2.

De gemeente kan individuele particuliere verkopen onderwerpen aan een voorafgaande toestemming.

NA WETSWIJZIGING

Art. 6 KB 24 september 2006

het derde lid wordt opgeheven;

De gemeente kan in het gemeentelijk reglement individuele particuliere verkopen onderwerpen aan een voorafgaande toestemming.

Toelichting:

Bij manifestaties voor particuliere verkopen wordt voor professionele verkopers de verplichting van een leesbaar identificatiebord afgeschaft. De federale regels vermeld in het Wetboek economisch recht inzake identificatie blijven van toepassing.

De gemeente kan in haar gemeentelijk reglement het occasionele karakter definiëren.

De onderwerping van een voorafgaande toestemming voor individuele particuliere verkopen gebeurt via het gemeentelijk reglement.

 

 

 

OCCASIONELE NIET-COMMERCIËLE VERKOPEN

VOOR WETSWIJZIGIN

 

Art. 7 KB 24 september 2006

§ 1. Producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet als die activiteiten aan al de volgende voorwaarden voldoen:

1° ze vinden plaats met een menslievend, sociaal, cultureel, educatief, sportief doel of met als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld, een ambacht of streekproducten, of bij een humanitaire catastrofe, een ramp of belangrijke schade;

2° ze blijven occasioneel;

3° de betrokken burgemeester of zijn afgevaardigde heeft vooraf toestemming verleend;

4° voorafgaand toegelaten zijn door de Minister of de personeelsleden aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd als ze de grenzen van de gemeente overschrijdt en geen bijkomende toelating van de gemeente vereist is.
De voorwaarde vermeld in het eerste lid, 3°, geldt niet ingeval toepassing wordt gemaakt van het eerste lid, 4°.

De gemeente kan in haar gemeentelijk reglement het occasionele karakter, vermeld in het eerste lid, 2°, definiëren.

Tijdens de verkoop, te-koop-aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten als vermeld in het eerste lid, is elke verkoper herkenbaar via een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren.

Op verzoek van de overheid die de toestemming heeft verleend, overhandigt de verantwoordelijke, binnen dertig dagen, het bewijs van de bestemming van de fondsen om het aangegeven doel te realiseren.

§ 2. De aanvraag van een toestemming als vermeld in paragraaf 1, is, afhankelijk van de situatie, aan de burgemeester(s) of aan zijn afgevaardigde(n) of aan de Minister of aan de personeelsleden aan wie hij die bevoegdheid heeft gedelegeerd, gericht op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs. Ze bepaalt de verantwoordelijke van de actie, het doel ervan, de plaats of plaatsen, alsook de periode of periodes van verkoop, de te koop aangeboden producten of diensten en een schatting van de hoeveelheid.

De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, is beperkt tot één jaar. Ze is hernieuwbaar. Ze bevat de vermeldingen uit de aanvraag.

§ 3. De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden als de doelstelling niet overeenstemt met de doelstellingen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, of als de voorgestelde verkopen een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of rust.

Als de overheid die ervoor bevoegd is de toestemming te verlenen, argwaan heeft over de reële doelstellingen van de actie of over de moraliteit van de verantwoordelijke(n), kan ze een voorafgaand onderzoek laten uitvoeren door de personen, vermeld in artikel 11, § 1, van de wet, en artikel 45 van dit besluit. Ze kan ook van een of meer verantwoordelijken eisen dat ze een uittreksel uit het strafregister voorleggen.

De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, kan ingetrokken worden of de actie kan verboden worden, tijdens de manifestatie, door de bevoegde overheid als vastgesteld wordt dat de voorwaarden van de toestemming of van de verklaring of de voorschriften, vermeld in dit artikel, niet worden nageleefd.

Iedere nieuwe actie kan verboden worden voor een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging die de bepalingen van dit artikel niet naleeft, gedurende een periode van één jaar vanaf de vaststelling van de niet naleving. In geval van recidive kan de duur van de voormelde periode op drie jaar worden gebracht. De weigering, het verbod of de intrekking wordt betekend met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

NA WETSWIJZIGING

Art. 7 KB 24 september 2006

Art. 7 wordt vervangen door :

Wordt verstaan onder producten of diensten met een niet-commercieel karakter:

  1. de occasionele verkoop van producten of diensten met het oog op een menslievend, sociaal, cultureel, educatief of sportief doel;

  2. de occasionele verkoop van producten of diensten met als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld, een ambacht of streekproducten;

  3. de occasionele verkoop van producten of diensten die plaatsvindt bij een humanitaire catastrofe, een ramp of belangrijke schade.

Producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.

De gemeente kan in het gemeentelijk reglement bijkomende voorwaarden bepalen om producten of diensten met een niet-commercieel karakter te verkopen, te koop aan te bieden of uit te stallen met het oog op de verkoop.

Toelichting:

Niet-commerciële verkopen zijn niet onderworpen aan de wet op voorwaarde dat ze occasioneel blijven en kaderen in één van de doelen omschreven in art. 7.

De doelen waarbinnen de niet-commerciële verkopen moeten kaderen blijven behouden.

De gemeente heeft de volledige autonomie om via het gemeentelijk reglement de occasionele niet-commerciële verkopen op haar grondgebied te regelen, inclusief de mogelijkheid om het occasioneel karakter te definiëren.

Het VLAIO reikt geen vergunningen niet-commerciële verkopen meer uit.

BEURZEN EN TENTOONSTELLINGEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 8 KB 24 september 2006

De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten in het kader van handels-, landbouw- of ambachtsbeurzen en tentoonstellingen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, in zoverre dat :

1° zij een promotioneel karakter heeft;

2° zij voorbehouden is aan handelaars, ambachtslui, landbouwers, producenten en kwekers van de activiteitssector of van de streek die door het thema van de manifestatie gedekt wordt, aan de vertegenwoordigers van verenigingen en private of publieke instellingen die sectoriële of geografische economische belangen verdedigen alsook aan de professionele verkopers van goederen of diensten noodzakelijk voor het onthaal van de bezoekers;

3° de manifestatie een uitzonderlijk en tijdelijk karakter heeft.

Ook de verkopers die handelen binnen de overeenkomstig artikel 7 van dit besluit toegestane verkopen kunnen tot de manifestatie toegelaten worden.

Iedere deelnemer moet zich kunnen identificeren aan de hand van een uithangbord voorzien in artikel 21, § 2, wat de professionele verkopers betreft en voor de verenigingen en instellingen aan de hand van een gelijkaardig uithangbord met vermelding van hun benaming en het adres van hun zetel. Deze uithangborden moeten op een zichtbare wijze op de standplaats aangebracht zijn.

NA WETSWIJZIGING

Art. 8 KB 24 september 2006

Het derde lid wordt opgeheven.

Toelichting:
De wettelijke vrijstelling voor beurzen en tentoonstellingen en de specifieke voorwaarden blijven behouden.

De verplichting van een leesbaar identificatiebord voor professionele verkopers wordt afgeschaft. De federale regels vermeld in het Wetboek economisch recht inzake identificatie blijven van toepassing.

Het gemeentelijk reglement kan occasionele niet-commerciële verkopen op beurzen en tentoonstellingen regelen.

MANIFESTATIES TER BEVORDERING LOKALE HANDEL EN LOKAAL GEMEENSCHAPSLEVEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 9 KB 24 september 2006

De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van goederen en diensten binnen het kader van manifestaties ter bevordering van de lokale handel of het lokale gemeenschapsleven, bedoeld in artikel 5, 2°, van de wet, is niet onderworpen aan de bepalingen hiervan wanneer deze plaats heeft binnen het kader van een manifestatie toegestaan door de burgemeester of zijn afgevaardigde en ze voorbehouden is aan plaatselijke handelaars, ambachtslui, landbouwers, kwekers of producenten of deze die uitgenodigd zijn door de burgemeester of zijn afgevaardigde. De verenigingen en instellingen die de belangen van deze professionele groepen verdedigen mogen eveneens toegelaten worden om aan deze manifestaties deel te nemen.

Tijdens deze manifestaties moeten de professionele verkopers zich kunnen identificeren door middel van het uithangbord voorzien in artikel 21, § 2, en de verenigingen en instellingen bedoeld in het vorig lid door middel van een gelijkaardig uithangbord met vermelding van de benaming en het adres van hun zetel. Deze uithangborden moeten op een zichtbare wijze op de standplaats aangebracht zijn.

De verplichting zich te identificeren zoals bedoeld in het vorig lid is niet van toepassing voor handelaars die verkopen voor hun winkel.

Kunnen eveneens tot deze manifestaties toegelaten worden, de verkopers die handelen binnen de overeenkomstig artikel 7 van dit besluit toegestane verkopen.

NA WETSWIJZIGING

Art. 9 KB 24 september 2006

Het tweede lid wordt opgeheven.

Het derde lid wordt opgeheven.

 

Toelichting:

De wettelijke vrijstelling voor manifestaties ter bevordering van de lokale handel en het lokaal gemeenschapsleven en de specifieke voorwaarden blijven behouden.

De verplichting van een leesbaar identificatiebord voor professionele verkopers wordt afgeschaft. De federale regels vermeld in het Wetboek economisch recht inzake identificatie blijven van toepassing.

Het gemeentelijk reglement kan occasionele niet-commerciële verkopen tijdens manifestaties ter bevordering van de lokale handel en het lokaal gemeenschapsleven regelen.

ONTHALENDE HANDELAAR

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 11 KB 24 september 2006

De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door een handelaar in de lokalen van een andere handelaar, tijdens de normale openingsuren van de onthalende vestiging, is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, indien de producten en diensten aangeboden door de uitgenodigde handelaar aanvullend zijn aan deze verkocht in de winkel die hem ontvangt.

De verrichtingen van de uitgenodigde handelaar blijven periodiek of tijdelijk en bijkomstig aan deze van de onthalende handelaar.

De uitgenodigde handelaar dient zich te identificeren aan de hand van een uithangbord voorzien in artikel 21, § 2.

NA WETSWIJZIGING

Art. 11 KB 24 september 2006

Het derde lid wordt opgeheven.

Toelichting:

De verplichting van een leesbaar identificatiebord bij een onthalende handelaar wordt afgeschaft. De federale regels vermeld in het Wetboek economisch recht inzake identificatie blijven van toepassing.

PROMOTIONELE VERKOPEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 12, §1, KB 24 september 2006

§ 1. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten met een promotioneel doel, door een handelaar, een ambachtsman, een landbouwer, een kweker of een producent, buiten zijn vestigingen vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen en buiten het kader van de manifestaties voorzien in artikel 5, 2°, van de wet, is niet onderworpen aan de bepalingen van deze laatste wanneer zij uitzonderlijk en tijdelijk is, zij voorafgaand kenbaar gemaakt wordt aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd en de verkochte producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de vestigingen van de verkoper, vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Deze verklaring dient te gebeuren ten minste 30 dagen voorafgaand aan de actie, bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs. Zij vermeldt, in voorkomend geval, het aantal soortgelijke transacties die werden verricht gedurende de laatste twaalf maanden voorafgaand aan de dag waarop de verklaring werd verzonden. Ze specifieert de plaats en de duur van verkoop, de producten en diensten die te koop aangeboden worden en motiveert de keuze van de plaats waar ze plaats heeft.

NA WETSWIJZIGING

Art. 12, §1, KB 24 september 2006

De volgende wijzigingen aangebracht:

in het eerste lid wordt de zinsnede “, zij voorafgaand

kenbaar gemaakt wordt aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd en de verkochte producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de vestigingen van de verkoper, vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen” opgeheven;

Het tweede lid wordt opgeheven.

Toelichting:
De aangifte van tijdelijke promotionele verkopen wordt opgeheven.

 

 

 

PROMOTIONELE VERKOPEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 12, §1, KB 24 september 2006

§ 1. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten met een promotioneel doel, door een handelaar, een ambachtsman, een landbouwer, een kweker of een producent, buiten zijn vestigingen vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen en buiten het kader van de manifestaties voorzien in artikel 5, 2°, van de wet, is niet onderworpen aan de bepalingen van deze laatste wanneer zij uitzonderlijk en tijdelijk is, zij voorafgaand kenbaar gemaakt wordt aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd en de verkochte producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de vestigingen van de verkoper, vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Deze verklaring dient te gebeuren ten minste 30 dagen voorafgaand aan de actie, bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs. Zij vermeldt, in voorkomend geval, het aantal soortgelijke transacties die werden verricht gedurende de laatste twaalf maanden voorafgaand aan de dag waarop de verklaring werd verzonden. Ze specifieert de plaats en de duur van verkoop, de producten en diensten die te koop aangeboden worden en motiveert de keuze van de plaats waar ze plaats heeft.

NA WETSWIJZIGING

Art. 12, §1, KB 24 september 2006

De volgende wijzigingen aangebracht:
in het
eerste lid wordt de zinsnede “, zij voorafgaand

kenbaar gemaakt wordt aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd en de verkochte producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de vestigingen van de verkoper, vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen” opgeheven;

Het tweede lid wordt opgeheven.

Toelichting:
De aangifte van tijdelijke promotionele verkopen wordt opgeheven.

 

 

 

 

DE VOORWAARDEN VAN DE MACHTIGING AMBULANTE ACTIVITEITEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 13 KB 24 september 2006

De persoon die voor eigen rekening of als verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon een ambulante activiteit uitoefent, moet over een machtiging beschikken, voorzien in Bijlage Ia van dit besluit. Deze machtiging, " machtiging als werkgever "genoemd, is persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij is geldig voor de duur van de activiteit zolang de natuurlijke persoon of rechtspersoon voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de machtiging en]1 tot uitoefening van deze activiteit.

Zij wordt toegekend aan de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon voor rekening van deze.

Art. 14 KB 24 september 2006

§ 1. De persoon die een ambulante activiteit uitoefent voor rekening of in dienst van een persoon bedoeld in artikel 13 moet in het bezit zijn van een machtiging voorzien in Bijlage Ib van dit besluit. Deze machtiging wordt " machtiging als aangestelde A " genoemd. Zij wordt uitgereikt op naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst de " aangestelde " werkzaam is. Haar geldigheidsduur komt overeen met deze van de " machtiging als werkgever " waaraan zij verbonden is.

§2. Wanneer de ambulante activiteit echter uitgeoefend wordt ten huize van de consument moet de aangestelde over een machtiging beschikken voorzien in Bijlage Ic van dit besluit. Deze machtiging, " machtiging als aangestelde B " genoemd, is persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij wordt, afhankelijk van de noden van de onderneming in ambulante activiteiten, hetzij voor een periode van onbepaalde duur hetzij voor een periode van bepaalde duur uitgereikt. In het laatste geval is zij moduleerbaar, per volledige maand, van een tot twaalf maanden. Zij is verlengbaar voor een periode van bepaalde of onbepaalde duur.

De machtiging blijft geldig voor de duur van de activiteit van de aangestelde zolang deze aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de machtiging en tot uitoefening van de activiteit voldoet. Zij mag noch de machtiging als werkgever, met dewelke zij verbonden is, noch desgevallend deze waarvoor ze is uitgereikt, overschrijden.

Art. 14/1 KB 24 september 2006

De machtigingen ambulante activiteiten bedoeld in de artikelen 13 en 14 hebben de vorm van een kaart met ID1-formaat. Behalve de gegevens bedoeld in de bijlagen Ia, Ib en Ic, bevatten ze eveneens een QR-code die toegang verleent tot de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Art. 15 KB 24 september 2006

De machtiging is alleen geldig als de volgende documenten erbij gevoegd zijn:

1° het identiteitsbewijs van haar houder of, voor de niet-ingezeten en de buitenlandse onderdanen, een identiteitsbewijs dat dat vervangt;

2° een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en desgevallend tegen brandrisico's;

3° het bewijs dat bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, voldaan wordt aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

De machtiging en documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, worden voorgelegd op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, § 1, van de wet, en artikel 44 en 45 van dit besluit.

De gemeente of de concessionaris zal de machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren.

Art. 16 KB 24 september 2006

Het verkrijgen van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten is aan volgende voorwaarden onderworpen :

1° onverminderd de bepalingen van internationale verdragen en overeenkomsten :

- of Belg zijn of echtgenoot van een Belg of, op voorwaarde dat zij zich met een van hen vestigen of komen vestigen :

a) de bloedverwanten in nederdalende lijn, of die van hun echtgenoot, beneden de 21 jaar of die te hunnen laste zijn;

b) de bloedverwanten in opgaande lijn of die van hun echtgenoot, die te hunnen laste zijn;

c) de echtgenoot van de personen bedoeld in a en b ;

- of onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn of op voorwaarde dat ze zich met hen vestigen of komen vestigen :

a) zijn echtgenoot;

b) zijn bloedverwanten in nederdalende lijn, of die van hun echtgenoot, beneden 21 jaar of die te hunnen laste zijn;

c) zijn bloedverwanten in opgaande lijn of die van zijn echtgenoot, die te hunnen laste zijn met uitzondering van de bloedverwanten in opgaande lijn van studenten of die van hun echtgenoot;

d) de echtgenoot van de personen bedoeld in b en c ;

- of gemachtigd of toegelaten zijn tot onbeperkt verblijf of vestiging;

- of erkend vluchteling in België zijn;

2° indien de ambulante activiteit uitgeoefend wordt in een gereglementeerd gebied, voorafgaand aan deze bepalingen voldoen, tenzij een andere wettelijke of specifieke reglementaire bepaling er anders over beslist;

3° indien de ambulante activiteit uitgeoefend wordt ten huize van de consument, van goed gedrag en zeden zijn.

De machtiging kan enkel toegekend worden aan een persoon die niet aan deze voorwaarde voldoet dan na het akkoord van het Openbaar Ministerie betreffende de uitoefening van de geplande activiteit. In voorkomend geval wordt dit akkoord voor een proefperiode gegeven. Dit akkoord wordt door de aanvrager gevraagd.

In geval van verlenging van een aanvraag tot machtiging, moet het getuigschrift van goed zedelijk gedrag of het document dat dit vervangt enkel afgeleverd worden wanneer het voorgaande attest dateert van meer dan een jaar terug.

Art. 17 KB 24 september 2006

§ 1. De aanvraag tot verkrijging van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten, wijziging van de gegevens die erop vermeld zijn en vervanging ervan, wordt door middel van het formulier weergegeven in Bijlage II van dit besluit, ingediend bij van één van de ondernemingsloketten ingesteld door de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. Voor de persoon die de ambulante activiteit ten huize van de consument zal uitoefenen, wordt bij de aanvraag van een machtiging een uittreksel uit het strafregister gevoegd of het akkoord van het Openbaar Ministerie over de uitoefening van de geplande ambulante activiteit door de betrokkene.

Na nazicht van de voorwaarden tot het uitoefenen van de gevraagde ambulante activiteit, levert het ondernemingsloket de machtiging of een document, dat de motivering in feite en in rechte bevat van de weigering tot toekenning van de machtiging, af.

§ 2. De weigering van de aflevering van de machtiging of de ongegronde afwezigheid van een beslissing binnen een termijn van tien dagen volgend op het verstrijken van de termijn van drie maanden bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de wet, is vatbaar voor beroep bij de Minister.

Wordt beschouwd als ongegronde afwezigheid van beslissing, het gebrek aan een beslissing binnen de termijn bedoeld in het vorige lid in het kader van een aanvraag van machtiging die alle nodige stukken bevat om een beslissing te kunnen nemen.

Het beroep moet ingediend worden bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs, binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag die volgt op de kennisneming door de aanvrager van de beslissing ter weigering afgeleverd door het ondernemingsloket of bij afwezigheid van een beslissing, de dag volgend op het verstrijken van de termijn voorzien in het eerste lid.

De Minister of de ambtenaar aan wie hij zijn bevoegdheid heeft gedelegeerd, maakt aan de aanvrager zijn beslissing bekend, bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag volgend op de ontvangst van het beroep. Hij licht daarover eveneens het ondernemingsloket in dat zich naar zijn beslissing moet richten. Indien de termijnen bedoeld in deze paragraaf verstrijken op een zaterdag of een zondag worden deze verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

§ 3. Indien de machtiging onderworpen is aan de moraliteitsvereiste bedoeld in artikel 16, eerste lid, 3°, en zij gericht is op de indienstneming van een " aangestelde ", kan het bewijs van goed gedrag en zeden of het document dat dit vervangt voor niet- residenten, vervangen worden door een schriftelijke verklaring op eer van de " aangestelde " die verklaart dat hij van goed gedrag en zeden is.

Als van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt de machtiging toegekend op straffe van nietigheid op voorwaarde dat het bewijs van goed gedrag en zeden of het document dat dit vervangt, afgeleverd wordt binnen de dertig dagen volgend op de dag van de aflevering van de machtiging.

§ 4. Bij een aanvraag tot vervanging van een machtiging levert het ondernemingsloket aan de aanvrager een verklaring af voorzien in Bijlage III van het besluit. Dit document laat een voortzetting van de activiteit toe tot aan de verkrijging van de vervangen machtiging.

§ 5. Bij ontvangst van een machtiging als gevolg van een aanvraag tot wijziging, moet de voorgaande machtiging teruggegeven worden aan het ondernemingsloket.

Bij stopzetting van de ambulante activiteiten of bij het einde van de geldigheidsduur van een machtiging moet deze terugbezorgd worden aan het ondernemingsloket.

§ 6. Het ondernemingsloket informeert het Agentschap Innoveren en Ondernemen over de machtigingen die ze aflevert.

Art. 18 KB 24 september 2006

Bij aanvraag van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten ontvangt het ondernemingsloket een recht waarvan het bedrag als volgt vastgelegd is :

1° voor de " machtiging als werkgever ", bedoeld in artikel 13 : 150 euro;

2°.voor de " machtiging als aangestelde A of B " van onbepaalde duur, bedoeld in artikel 14, § 1 en § 2 : 100 euro;

3° voor de " machtiging als aangestelde B " van bepaalde duur, bedoeld in artikel 14, § 2 : 50 euro.

Bij aanvraag van een wijziging of vervanging van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten ontvangt het ondernemingsloket een recht waarvan het bedrag als volgt is samengesteld :

1° voor de " machtiging als werkgever ", bedoeld in artikel 13, en deze als " aangestelde B ", bedoeld in artikel 14, § 2 : 50 euro;

2° voor deze als " aangestelde A ", bedoeld in artikel 14, § 1 : 100 euro.

Deze rechten worden ontvangen tegen ontvangstbewijs door het ondernemingsloket.

NA WETSWIJZIGING

Art. 13 KB 24 september 2006

Het art. 13 wordt opgeheven.

Art. 14 KB 24 september 2006

Het art. 14 wordt opgeheven.

Art. 14/1 KB 24 september 2006

Het art. 14/1 wordt opgeheven.

Art. 15 KB 24 september 2006

Art. 15 wordt vervangen door wat volgt:

De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten op het grondgebied van de gemeente en buiten de vestigingen van de verkoper wordt pas toegelaten als de verkoper al de volgende elementen aantoont:

1°de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie wordt behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval tegen brandrisico's;

2°bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, wordt voldaan aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

De documenten, vermeld in 1° en 2°, worden voorgelegd:

1°aan de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris bij de toekenning van een standplaats, en naar aanleiding van een periodieke en steekproefsgewijze controle;

2°op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 44 en 45 van dit besluit.

Art. 16 KB 24 september 2006

Het art. 16 wordt opgeheven.

Art. 17 KB 24 september 2006

Het art. 17 wordt opgeheven.

Art. 18 KB 24 september 2006

Het art. 18 wordt opgeheven.

Toelichting:
De procedure en voorwaarden voor het verkrijgen van een machtiging ambulante activiteiten worden opgeheven.

De attesten verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval brandrisico en FAVV blijven verplicht.

Ze worden voorgelegd bij de toekenning van een standplaats, en naar aanleiding van een periodieke en steekproefsgewijze controle.

Ze worden voorgelegd op elk verzoek:

  • -  van de personen belast met de organisatie van de openbare markten en de uitoefening ambulante activiteiten op het openbaar domein,

  • -  van de ambtenaren federale en lokale politie,

  • -  van de ambtenaren bij de Inspectiedienst VLAIO.

DE IDENTIFICATIEVERPLICHTING

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 21 KB 24 september 2006

§ 1. Elke persoon, die een ambulante activiteit uitoefent ten huize van de consument, dient zijn machtiging aan de consument voor te leggen voorafgaand aan elk verkoopaanbod.

§ 2. Elke persoon, die een ambulante activiteit uitoefent op elke andere plaats dan ten huize van de consument, dient zich te identificeren hetzij aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit hiervandaan uitoefent, hetzij door het voorleggen van zijn machtiging aan de consument voorafgaand aan elk verkoop aanbod, indien hij de activiteit op een rondtrekkende wijze uitoefent.

Dit bord bevat de volgende vermeldingen :

1° hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;

2° de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;

3° al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;

4° het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat.

NA WETSWIJZIGING

Art. 21 KB 24 september 2006

Het art. 21 wordt opgeheven.

Toelichting:
De identificatieverplichting via de leurkaart en het identificatiebord wordt afgeschaft.
De federale regels vermeld in het Wetboek economisch recht inzake identificatie blijven van toepassing.

HET TOEWIJZEN VAN STANDPLAATSEN OP OPENBARE MARKTEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 25 KB 24 september 2006

De standplaatsen op de openbare markten worden toegewezen hetzij aan de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen, houders van een " machtiging als werkgever ", hetzij aan rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden aan deze laatsten toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap en die houder is van de " machtiging als werkgever ".

De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan de verantwoordelijken van verkoopsacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten overeenkomstig artikel 7.

NA WETSWIJZIGING

Het art. 25 wordt vervangen door :
De standplaatsen op de openbare markten worden toegewezen aan ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat, via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen. De burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris kan altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.

De gemeente kan in het gemeentelijk reglement bepalen dat de standplaatsen occasioneel ook toegewezen kunnen worden aan wie niet beroepsmatig producten of diensten met een niet- commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt met het oog op de verkoop.

Toelichting :
Standplaatsen op een openbare markt kunnen worden toegewezen aan :

  • -  Ondernemingen :

    • -  met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat,

    • -  via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen, identiteitsbewijs kan

      gevraagd worden,

    • -  maatschappen kunnen een standplaats verkrijgen mits een inschrijving in de Kruispuntbank van

      Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat,

    • -  bij het toekennen van de standplaatsen worden de attesten verzekering en FAVV voorgelegd,

    • -  de voorwaarde van het bezit van een geldige machtiging als werkgever wordt opgeheven.

  • -  Organisatoren niet-commerciële verkopen volgens de bepalingen in het gemeentelijk reglement.

 

 

 

HET INNEMEN VAN STANDPLAATSEN OP OPENBARE MARKTEN

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 26 KB 24 september 2006

§ 1. De standplaatsen toegewezen aan de personen bedoeld in artikel 25, eerste lid, kunnen ingenomen worden :

1° door de natuurlijk persoon, houder van een " machtiging als werkgever ", aan wie de standplaats is toegewezen;

2° door de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder(s) van een " machtiging als werkgever ";

3° door de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijk persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van een " machtiging als werkgever " voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

4° door de echtgeno(o)t(e) en wettelijk samenwonende van de natuurlijk persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een " machtiging als werkgever " voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

5° opgeheven door BVR 21-4-2017;

6° door de personen die beschikken over een " machtiging als aangestelde A " of een " machtiging als aangestelde B ", die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijk persoon of rechtspersoon bedoeld in 1° tot en met 4°;

De personen opgesomd in het eerste lid, 2° tot 6°, kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen of onderverhuurd aan de natuurlijk persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd.

§ 2. De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7, kunnen een standplaats innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.

Art. 32 KB 24 september 2006

De duur van de abonnementen wordt vastgelegd in het gemeentelijk reglement. Na verloop ervan worden zij stilzwijgend verlengd.

De houder van een abonnement die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefent of de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon door wie het abonnement werd toegewezen kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand, wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen, hetzij door ziekte of ongeval, op grond van een medisch attest, hetzij in geval van overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente of de concessionaris op de hoogte gebracht worden van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. De houder van het abonnement kan eveneens een opschorting ervan krijgen in de gevallen of volgens de wijze vermeld in het gemeentelijk reglement.

De opschorting van het abonnement impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit het contract voortkomen.

De persoon bedoeld in het tweede lid kan bij de vervaldag van het abonnement hiervan afstand doen mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen. Hij kan er ook afstand van doen mits eenzelfde opzegtermijn bij stopzetting, naar gelang het geval, van de ambulante activiteiten als natuurlijke persoon of als rechtspersoon voor wiens rekening hij de activiteit uitoefent. Hij kan ook, zonder vooropzeg, van het abonnement afstand doen, indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen, hetzij in geval van ziekte of ongeval op grond van een medisch attest, hetzij in geval van overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. Tenslotte kan hij van het abonnement afstand doen in de gevallen en volgens de wijze bepaald in het gemeentelijk reglement.

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van het abonnement worden betekend hetzij bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, hetzij bij overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij op duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

De gemeente of de concessionaris kan het abonnement schorsen of intrekken in de gevallen voorzien in het reglement. Deze beslissing wordt aan de houder van het abonnement betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Met uitzondering van het eerste lid is dit artikel alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.

Art. 34 KB 24 september 2006

De gemeente of de concessionaris houdt een plan of een register bij waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement minstens vermeld staat :

- de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de standplaats werd toegekend;

- in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

- het ondernemingsnummer;

- de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden;

- de datum van de toewijzing van de standplaats en de duur van het gebruiksrecht;

- indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;

- de prijs van de standplaats, behalve indien deze op een uniforme wijze vastgelegd is;

- desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.

Buiten de identiteit van de houder van de standplaats of van de persoon door wiens tussenkomst de standplaats toegekend is, de eventuele specialisatie en het seizoensgebonden karakter van de standplaats, mag het plan of het register verwijzen naar een bestand dat de andere inlichtingen overneemt.

Het eerste en het tweede lid zijn alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.

Het plan of het register en, desgevallend het bijhorend bestand, kunnen geraadpleegd worden overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten. 

NA WETSWIJZIGING

Art. 26 KB 24 september 2006

Het art. 26 wordt vervangen door :
§1. De standplaatsen die toegewezen zijn aan de personen, vermeld in artikel 25, eerste lid, kunnen ingenomen worden door al de volgende personen:

de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen;

de verantwoordelijken van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;

de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een ambulante activiteit voor eigen rekening uitoefent;

de echtgenoot of echtgenote of de wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

de personen die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon, vermeld in 1° tot en met 4°.

De personen, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 5°, kunnen de standplaatsen innemen die toegewezen zijn of onderverhuurd zijn aan de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst ze de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen of onderverhuurd.

§2. De gemeente kan in het gemeentelijk reglement bepalen dat wie niet beroepsmatig producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt, ook een standplaats kan innemen.

Art. 32 KB 24 september 2006

In het tweede lid wordt ‘of van een maatschap’ ingevoegd.

In het vierde lid wordt ‘of van een maatschap’ ingevoegd.,

Art. 34 KB 24 september 2006

In het eerste lid wordt ‘of van een maatschap’ ingevoegd.

DE OVERDRACHT VAN STANDPLAATSEN OP DE OPENBARE MARKT

VOOR WETSWIJZIGIN

Art. 35 KB 24 september 2006

De overdracht van standplaatsen met abonnement is toegelaten als de overnemer houder is van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever en de specialisatie van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats, behalve als de gemeente een wijziging van specialisatie toestaat.

Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente.

De inname van de overgedragen standplaatsen door de overnemer is pas toegelaten als de gemeente of de concessionaris heeft vastgesteld dat:

1° de overnemer beschikt over een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten om dezelfde specialisaties als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen;

2° als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt.

NA WETSWIJZIGING

Art. 35 KB 24 september 2006

Art 35 wordt als volgt gewijzigd:
De overdracht van standplaatsen met abonnement is toegelaten als de
overnemer in de Kruispuntbank van Ondernemingen is ingeschreven voor het uitoefenen van ambulante activiteiten en de specialisatie van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats, behalve als de gemeente in het gemeentelijk reglement een wijziging van specialisatie toestaat.

Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de burgemeester of zijn afgevaardigde.

De inname van de overgedragen standplaatsen door de overnemer is pas toegelaten als de burgemeester of zijn afgevaardigde of de concessionaris heeft vastgesteld dat:

1° de overnemer het bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen om dezelfde specialisaties als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente in het gemeentelijk reglement uit te oefenen;

2° als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt;

3° de overnemer het bewijs levert waaruit blijkt dat hij voldoet aan de bepalingen van artikel 15, eerste lid.

 

Toelichting:
De verplichting van het bezit van een machtiging als werkgever voor de overnemer wordt afgeschaft. Een standplaats op de openbare markt kan overgedragen worden indien :

  • -  de overnemer het bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen en het bewijs levert van de verplichte attesten verzekering en FAVV bij voeding,

  • -  de overnemer dezelfde specialisatie van de overlater verder zet of de specialisatie die door de gemeente wordt toegelaten,

  • -  binnen het eerste jaar na de overdracht kan de standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente,

  • -  als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt mag na de overname dit aantal niet overschreden worden.